VERHAAL 3 - Scheve buren (Uit Campingbelevenissen deel 1)
We hebben sinds een paar dagen nieuwe veldbewoners op de camping. De scheve buren, zoals Nynke ze noemt omdat ze schuin tegenover ons staan.
De scheve buurvrouw heeft een probleem. Haar moeder is een dagje over en die zorgt kennelijk voor veel ergernissen. De rechte buurvrouw heeft ook een probleem, omdat ze het gezever van de scheve buurvrouw moet aanhoren.
“Lopen we over de markt, wil m’n moeder ineens kibbeling. Snap je dat nou, het was drie uur. En ja hoor, wij bij die kibbelingkraam, ben je bijna aan de beurt, heeft ze ineens toch liever een stroopwafel. Dan sta je daar, bijna aan de beurt, je kent dat wel”, herhaalt ze. De rechte buurvrouw knikt instemmend. “Jeetje, en wat heb je toen gedaan,” informeert ze voorzichtig.
“Ja wat denk je? Weg bij die kraam natuurlijk en wij naar die stroopwafelkraam. En ja hoor, zijn we daar bijna, wil ze ineens toch weer kibbeling. Ik zeg: ma, nu moet je ophouden hoor. Nou, puntje bij paaltje, toch weer achteraan gesloten bij die visboer en zij kibbeling eten. Sjonge jonge. En toen om zes uur, toen we gingen eten, moest ze natuurlijk niet meer. ‘Ik zit nog vol van die kibbeling’ zegt ze. Daar word je toch doodziek van. Nou, ik zal je zeggen, ik vind het niet erg dat ze morgen weer naar huis gaat.”
Intussen komt moeders terug van het toiletgebouw, zichtbaar opgelucht. “Heeft u het een beetje naar uw zin op Texel?”, vraagt de rechte buurvrouw. “Ja, het is hier heel leuk,” stelt de dame op leeftijd. “Je kunt hier van alles krijgen. Vanmiddag waren we op een markt en daar hebben we kibbeling gegeten. Dat had ik nog nooit op. Het is een soort vis met een korstje. Volgens mij doen ze het gewoon in de frituur. Ik ben er wel een beetje van aan de diarree gegaan, maar dat heb ik trouwens altijd als ik in een ander land ben.” De scheve buurvrouw zucht. “Texel is gewoon Nederland, mam,” zegt ze geïrriteerd. Mam hoort het niet. “Dat ligt aan het vreemde water. Eigenlijk moet je het altijd eerst koken. Geef de waterkoker maar even, dan doe ik het wel.”
De scheve buurvrouw geeft het op en overhandigt haar moeder de waterkoker. “Dankjewel mam,” fluistert ze.
“Hoe laat gaat je moeder morgen eigenlijk weer weg,” informeert de scheve buurman intussen. “Wat mij betreft zetten we ze morgen op de eerste boot.” De scheve buurvrouw wenkt opzichtig met haar hoofd, aangevend dat haar moeder zich inmiddels vlak achter de scheve buurman bevindt. Deze heeft het echter niet in de gaten en gaat rustig door. “Het was jouw idee om ze uit te nodigen hier, maar ik ben er onderhand al klaar mee. Jammer dat de boot ’s avonds niet vaart.” “Ahum,” schraapt de scheve schoonmoeder haar keel. De scheve buurman draait zich om. “Oh, hoi. We zeiden net tegen elkaar dat we het zo gezellig vinden dat je er bent…”
“Dat is mooi, jongen,” zegt ze. “Ik heb net besloten nog een weekje te blijven…”